Bijzonder muurwerk

Romeinse Nederzetting

De geschiedenis van het slotterrein in Haamstede gaat ver terug. Tijdens de grootscheepse renovatie van het kasteel in de jaren 1963-1973 zijn restanten van Romeinse natuurstenen gebouwen uit de tweede eeuw na Christus gevonden. De romeinse muren duiden op een nederzetting die nauwe banden heeft gehad met het Romeinse leger.

© Foto: ROB/RCE

Middeleeuwse begraafplaats

Christelijke begravingen

Een andere bijzondere uitkomst van het nieuwe onderzoek is dat op het kasteeleiland een middeleeuws grafveld blijkt te liggen. Het gaat om christelijke begravingen: de overledenen zijn west-oost begraven, dus met het hoofd in het westen en de voeten in het oosten, in houten kisten, zonder bijgaven. Recent laboratoriumonderzoek aan vier skeletten heeft uitgewezen dat drie van de overledenen begraven zijn tussen 675 en 775. De begraafplaats is dus ruim een eeuw ouder dan de ringwalburg in Burgh. Hij stamt nog van vóór de tijd van de Noormannen die vanaf ca 800 onze streken onveilig maakten.

© Foto: ROB/RCE

Grafveld en kerk

Kerk uit 776

In 1966 is een kort archeologisch onderzoek uitgevoerd onder de huidige kerk van Haamstede, die dateert uit de zestiende eeuw. Daaruit bleek dat onder de huidige kerk een oudere, tufstenen kerk ligt uit ca. 1000 of 1100. Onder die oudere kerk werden ook menselijke skeletten gevonden. Het christelijke grafveld op het terrein van Slot Haamstede, ca 50- 60 meter van de kerk vandaan, zal dus behoren bij een nog oudere kerk. Het kan haast niet anders dan dat een kerk op Schouwen, die we kennen uit een oorkonde van 776 (!), de kerk van Haamstede moet betreffen en dat de skeletten op het slotterrein daar bij horen.

In de oorkonde worden door ene Godebertus de kerk en andere bezittingen geschonken aan de abdij van Lorsch in Duitsland. Godebertus was een hoog-adellijke heer uit de kringen rond de Merovingische, later Karolingische koningen. Haamstede, waaronder het slotterrein en de kerk, moet daarom oorspronkelijk onderdeel zijn geweest van een koningsgoed, eigendom van de koningen. De koningen schonken dit soort goederen aan lieden om hen heen in ruil voor hun trouwe diensten. De oorsprong van het latere leengoed en Slot Haamstede ligt dus in een koningsgoed uit de Vroege Middeleeuwen.

Schepen in Haamstede

Vaarroute achter de duinen?

De recente uitwerking van de opgravingen op het slotterrein in Haamstede leidt tot mogelijk geheel nieuwe inzichten in hoe Schouwen in de Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen verbonden was met omringende gebieden in West-Nederland.

Haamstede was in de Romeinse tijd via een waterloop verbonden met de Schelde – de huidige Oosterschelde – ten zuiden van Schouwen. Ook in de middeleeuwen was dit nog het geval: waarschijnlijk zelfs tot in de dertiende eeuw. Ten tijde van de bouw van de woontoren, de kern van het huidige slot, was Haamstede dus nog direct per schip bereikbaar vanaf de Oosterschelde! Maar de vondst van de romeinse tufstenen muren, de skeletten uit de periode 675-775, de oorkonde uit 776 en allerlei andere aanwijzingen duiden erop dat Haamstede in de Romeinse tijd en de Vroege Middeleeuwen aan een waterloop lag die westelijk-Schouwen volledig doorsneed, van noord naar zuid.

Als dit juist is – dit is namelijk nog niet bewezen – dan lijkt die waterloop deel uit te maken van een transportroute en verdedigingslinie achter de duinen, dicht langs de kust, die liep vanaf de Schelde tot aan de Oude Rijn, en dus grof gezegd Katwijk verbond met Noord-Beveland en Walcheren, via binnenwateren.

© Foto: Gneomar van Nispen

Bouwhistorie

Van woontoren tot representatief slot

Het recente bouwhistorisch onderzoek heeft veel nieuwe feiten aan het licht gebracht over de ontwikkeling van het kasteelgebouw. Zo blijkt het oudste bestaande deel, de dertiende-eeuwse woontoren, bovenop de kelder niet drie maar vier verdiepingen te hebben gehad.

Rond 1468 krijgt Lodewijk van Gruuthuse Haamstede in bezit. Hij was stadhouder van Holland, Zeeland en West-Friesland en een van de belangrijkste edelen in het Bourgondische rijk. Gruuthuse liet het slotterrein vergroten en bouwde een zeer forse – later verdwenen – woonvleugel, westelijk van de woontoren. Hoe die vleugel, bekend sinds de opgraving ervan in 1964 en 1965, eruit heeft gezien, is nu met moderne 3D computer reconstructies duidelijk geworden. Onder Gruuthuse behoorde Slot Haamstede tot de grootste privé-kastelen van Nederland.

Gruushuse blijkt ook de woontoren ingrijpend te hebben verbouwd. De beide torens van het kasteel moeten eveneens toen zijn toegevoegd. Dat betekent dat bij een grote brand die het slot rond 1525 zou hebben getroffen, het huidige kasteel grotendeels lijkt gespaard. Waarschijnlijk werd wel de door Gruuthuse gebouwde westelijke vleugel geheel verwoest.

© 3D: Maarten Enderman

Bezit met status

Het leengoed Haamstede

De geschiedenis van Slot Haamstede en het leengoed van die naam omvat een lange rij van aanzienlijke lieden. Rond een aantal van hen is de laatste jaren veel nieuw onderzoek gedaan. Historisch, genealogisch en archiefonderzoek heeft bijvoorbeeld veel informatie opgeleverd over de lotgevallen, status en bezittingen van het derde geslacht Van Haamstede. Zij hadden Haamstede in leen tot 1454 en werden lang beschouwd als de eerste edelen van Zeeland. Stamvader van dit geslacht was Witte van Haamstede, een bastaardzoon van graaf Floris V. Witte werd, destijds nog schildknaap, heer van Haamstede in 1299.

Er was overigens al sprake van een eerste adellijk geslacht Van Haamstede aan het eind van de twaalfde eeuw, toen de oudste delen van het huidige kasteel nog niet opgetrokken waren.

Lodewijk van Gruuthuse kwam al aan de orde. Hij behoorde tot de top van de adel onder de hertogen van Bourgondië. Lodewijks nakomelingen moeten hun bezit aan het eind van de zestiende eeuw echter afstaan: het werd geconfisqueerd door de Staten van Zeeland.

Sindsdien is Haamstede altijd in handen geweest van niet-adellijke heren: mannen met veel geld, afkomstig uit stedelijke elites. Het slot werd een buitenplaats die een adellijke status en allure gaf aan haar niet-adellijke eigenaren. Men kon zich namelijk presenteren als Heer van Haamstede, omdat nog steeds belangrijke rechten verbonden waren aan het eigendom van het landgoed.

Dat is zo gebleven tot het Landgoed Slot Haamstede in 1981 werd verkocht aan Natuurmonumenten. Door die verkoop kon zekerheid gekregen worden dat slot en landgoed verbonden zouden blijven en dat het natuurlijk en culturele erfgoed bewaard en gekoesterd werd, wordt en zal worden tot in lengte van jaren.

© Foto: KZGW